Marum – De vier verdachten die medio juli dit jaar zijn aangehouden als medeverdachten in de liquidatie van Jan Elzinga in Marum, gepleegd op 10 juli 2012, zijn gearresteerd na verklaringen van een eerder veroordeelde verdachte. Ook gaf deze veroordeelde aanvullend bewijs aan de recherche.
De gedetineerde gaf op eigen initiatief, tijdens gesprekken met politie en OM, aan bereid te zijn alsnog te verklaren over de daadwerkelijke opdrachtgevers (en de mensen die daarbij betrokken waren) en hun motieven tot de moord waarvoor hij zelf als medepleger was veroordeeld.
Aangehouden
Dit heeft het Openbaar Ministerie Noord-Nederland zojuist bekend gemaakt tijdens de eerste pro forma zitting bij de rechtbank in Groningen tegen twee van de vier verdachten. De vier verdachten – een 59-jarige vrouw uit Roden, een 39-jarige man uit Nieuw-Ronden, een 42-jarige vrouw uit Hollandscheveld en een 56-jarige man uit Kampen – werden woensdag 7 juli en donderdag 8 juli j.l. aangehouden.
30.000 betaald
Op 10 juli 2012, rond 07:00 uur, werd Jan Elzinga in de Langestraat in Marum doodgeschoten toen hij, zoals iedere dag, op zijn fiets naar het zwembad reed. De twee uitvoerders van de moord zijn door de rechtbank (in 2013) en het Hof (in 2014) voor deze moord veroordeeld tot vijftien en twintig jaar. Een van de uitvoerders verklaarde van meet af aan gedetailleerd over de voorbereiding en de uitvoering van de moord. Hij verklaarde dat de partner en zwager van het slachtoffer achter de moord zaten, omdat het slachtoffer zijn vrouw zou mishandelen. Voor de moord was 30.000 euro betaald.
De zaak tegen de partner en zwager werd geseponeerd wegens onvoldoende bewijs.
‘Recht op de waarheid’
De tweede veroordeelde doorbrak na jaren zijn stilzwijgen. “Het zat hem dwars dat hij als de grote man achter de moord werd gezien en zag ook in dat de nabestaanden recht hadden op de waarheid”, aldus de officier.
In zogeheten kluisverklaringen vertelde hij zijn verhaal. “De inhoud van zijn verklaringen kwam overeen met de verklaringen die de tot vijftien jaar cel veroordeelde medeverdachte destijds had afgelegd, namelijk; de opdrachtgevers voor de moord op Jan Elzinga waren zijn toenmalige partner en haar broer”, aldus de officier.
Belastende communicatie
De moeder van de twee verdachten zou een wapen hebben opgehaald, of ervoor hebben betaald, bij een medeverdachte uit Kampen. Deze man uit Kampen was ook degene die de opdrachtgevers en de kroongetuige met elkaar in contact had gebracht. Bij zijn verklaringen overlegde de kroongetuige twee telefoons en een simkaart met belastende communicatie tussen hem (vanuit de gevangenis) en een medeverdachte.
De veroordeelde stelde als voorwaarde voor het gebruik van deze verklaringen (‘uit de kluis halen’), dat het Openbaar Ministerie positief zou adviseren indien hij een gratieverzoek tot vermindering van de opgelegde straf met 30 procent zou indienen.
Rechtmatig
Het Openbaar Ministerie was van oordeel dat de verklaringen van de getuige van dusdanig belang waren voor de opsporing en vervolging van een ernstig misdrijf dat aan deze voorwaarde tegemoet zou kunnen worden gekomen.
In december 2020 oordeelde de rechter-commissaris de verklaringen van de kroongetuige betrouwbaar en de voorgenomen afspraak rechtmatig.
Zorgvuldig
“De voorgenomen afspraak was volgens de rechter-commissaris binnen de grenzen van de hiervoor bestaande wet- en regelgeving en met de vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen. Daarnaast is gebleken van een dringende noodzaak om de afspraak te maken. Zonder deze afspraak zou immers geen voor de opsporing en vervolging bruikbare verklaring van de getuige kunnen worden verkregen en zou de volledige waarheid over (de toedracht van) de moord niet aan het licht kunnen worden gebracht. Nadat de rechter-commissaris de afspraak rechtmatig had geoordeeld is de overeenkomst getekend”, aldus de officier.
Positief advies gratieverzoek
De officier: ”Uiteraard zal de verdediging naar voren brengen dat de verklaringen van de kroongetuige niet betrouwbaar zijn en dat zijn enige motief is er zelf beter van te worden door strafkorting te krijgen. De kroongetuige heeft zijn motieven echter toegelicht en die zijn begrijpelijk. Hij wil niet ten onrechte te boek staan als de grote organisator van de moord en hiervoor alleen opdraaien. Daarnaast vindt hij dat de nabestaanden recht hebben op de waarheid.”
“Zelfs indien de kroongetuige enkel zou handelen uit eigen belang, betekent dit niet per definitie dat zijn verklaringen onbetrouwbaar zouden zijn”, aldus de officier. “Zijn verklaringen zullen ten allen tijde moeten worden bezien in het licht van het overige bewijsmateriaal en mijn stelling is dat daarin louter bevestiging kan worden gevonden.”
Geen garantie op strafkorting
“Er is niet meer toegezegd dan positief te adviseren op een gratieverzoek tot vermindering van de straf. Dit advies wordt met een advies van het Hof, voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid. Gratie kan enkel plaatsvinden bij Koninklijk Besluit. Kortom; de getuige kreeg bij het aangaan van de overeenkomst geen garantie op strafkorting. Daarnaast zou zijn straf, na een korting van 30 procent, uiteindelijk ongeveer overeenkomen met de straf die destijds aan de medeveroordeelde is opgelegd.”
‘Alle vier betrokken bij huurmoord’
Naar aanleiding van de verklaringen van de kroongetuige, en het nieuwe bewijs, is onlangs door de recherche een doorstart gemaakt van het oude onderzoek ‘TGO Langestraat’, ditmaal onder de naam Druppel. Dit heeft aanvullend belastend bewijs opgeleverd in onder andere heimelijk opgenomen communicatie en teruggevonden sms-berichten uit 2012.
De officier: “Van belang om te melden is dat, met uitzondering van de ontkennende verklaringen van de vier verdachten, er uit het aanvullend onderzoek geen enkele aanwijzingen zijn verkregen die het scenario zoals de kroongetuige dat schetst ontkrachten. Anders geformuleerd: de handelingen en uitlatingen van de verdachten gedurende het onderzoek, alsmede de resultaten van de onderzoeken aan gegevensdragers wijzen allemaal in dezelfde richting: deze vier verdachten zijn betrokken bij de huurmoord op Jan Elzinga.”