Regio – ExxonMobil moet vooralsnog gewoon betalen voor de kosten van de afhandeling van de bevingsschade over het jaar 2022. Dat bepaalde de voorzieningenrechter van de rechtbank in Stad dinsdagochtend. Het oliebedrijf moet blijven betalen, totdat er een besluit is over een bezwaar dat door ExxonMobil is ingediend.
Shell en ExxonMobil, aandeelhouders van de NAM, hebben begin mei bezwaar aangetekend tegen kosten over 2022 voor fysieke schade, voor waardedalingsschade en voor immateriële schade. De bedrijven vinden de motivering van demissionair staatssecretaris Vijlbrief over deze kosten niet goed onderbouwd. In totaal gaat het om een bedrag van zo’n 600 miljoen euro.
Omdat ExxonMobil bang is dat het haar aandeel in deze kosten niet terugkrijgt, mocht het bezwaar tegen de kosten worden toegekend, stapte het oliebedrijf naar de voorzieningenrechter. ExxonMobil wilde dat de rechter een streep zette door de betalingsverplichting, totdat het bezwaar is behandeld.
De voorzieningenrechter wijst echter alle verzoeken af. Het spoedeisende belang voor ExxonMobil ontbreekt. “Niet is gebleken dat ExxonMobil in onomkeerbare financiële problemen komt als de NAM tot betaling van de heffingen overgaat”, stelt de rechtbank.