Nederland – De politie heeft voor het derde jaar op rij meer discriminatie-incidenten geregistreerd. Antidiscriminatiebureaus hebben daarentegen juist minder meldingen ontvangen. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage Discriminatiecijfers 2022, die vandaag door de antidiscriminatiebureaus en de politie is aangeboden aan minister Hanke Bruins Slot (BZK).
Om het melden toegankelijker, eenvoudiger en laagdrempeliger te maken, gaan de antidiscriminatiebureaus van de landelijke vereniging voortaan samenwerken binnen één landelijk meld- en steunpunt: Discriminatie.nl.
De politie registreerde 6738 incidenten in 2022, dat is 2 procent meer dan het jaar ervoor en bijna een kwart meer dan drie jaar geleden. Bij de antidiscriminatiebureaus daalde het aantal meldingen tot 5281 in 2022, bijna een kwart minder dan in 2021. Dat heeft voor een groot deel te maken met de piek in het aantal meldingen over de coronamaatregelen in 2021. Wel ontvingen de antidiscriminatiebureaus meer meldingen over herkomst, geslacht en seksuele gerichtheid.
Ook het aantal verzoeken om een oordeel en meldingen bij het College voor de Rechten van de Mens namen af met respectievelijk 9 en 66 procent. Het Meldpunt Internet Discriminatie (MiND) en de Nationale ombudsman kregen eveneens minder meldingen binnen, respectievelijk 27 en 12 procent. Het aantal meldingen over discriminatie bij de Kinderombudsman is ruim verdubbeld, van 10 in 2021 naar 26 in 2022. Het betreft vooral meldingen over pesten en geweld door kinderen tegen kinderen.
Herkomst (huidskleur, afkomst en etniciteit) is bij alle instanties de meest voorkomende discriminatiegrond in meldingen of registraties. Bij de meeste instanties is het aandeel van deze grond tussen 2021 en 2022 bovendien gestegen. Zowel in de politieregistraties als in de ADV-meldingen gaat het in deze gevallen vaak om beledigingen en scheldpartijen. Bij de ADV’s (anti-discriminatie voorzieningen) komen daarnaast veel meldingen binnen waarin het gaat om omstreden behandeling, bijvoorbeeld een onterechte weigering aan de deur van een discotheek. Bij de politie is in 14 procent van de incidenten naast beledigen en schelden ook sprake van geweld.
Na herkomst registreerde de politie de meeste incidenten op grond van seksuele gerichtheid (32 procent) en antisemitisme (8 procent). Handicap is bij de ADV’s na herkomst de meest gemelde discriminatiegrond. Bij de ADV’s kwamen 43 procent meer meldingen binnen van discriminatie op grond van geslacht. Ook het aantal meldingen op grond van seksuele gerichtheid nam toe met 27 procent. Daarentegen loopt het aantal meldingen van leeftijdsdiscriminatie terug met 37 procent. De verzoeken om een oordeel bij het College laten precies hetzelfde patroon zien: het aantal verzoeken met betrekking tot geslacht stijgt met 30 procent, ook het aantal verzoeken op grond van seksuele gerichtheid (alhoewel nog steeds laag) neemt toe. Het aantal verzoeken gerelateerd aan leeftijd als discriminatiegrond daalt juist met 43 procent.
Minister Hanke Bruins Slot: ‘Discriminatie is onacceptabel en verboden. Helaas laten de cijfers zien dat er nog een lange weg te gaan is. Dat vraagt inzet en betrokkenheid vanuit de samenleving en het Rijk om discriminatie te bestrijden. Samen met collega-bewindspersonen en de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme werk ik daar hard aan.’
Antidiscriminatiebureaus, het College voor de Rechten van de Mens en de Kinderombudsman registreren op welk maatschappelijk terrein de discriminatie zich afspeelt. De meeste meldingen bij antidiscriminatiebureaus hebben betrekking op de arbeidsmarkt (21 procent), zoals bij sollicitaties, doorstroom, promotie en ontslag. In 16 procent van de gevallen gaat het om collectieve voorzieningen zoals gemeentelijke diensten of instellingen zoals een wijkteam of een bibliotheek. De commerciële dienstverlening (bijvoorbeeld winkels) is goed voor 12 procent van de meldingen.
Bij het College gaat 35 procent van de verzoeken om een oordeel in 2022 over de arbeidsmarkt, 26 procent van de verzoeken gaat over discriminatie bij het leveren van goederen en diensten – denk bijvoorbeeld aan discriminatie door taxibedrijven, verzekeringen of sportscholen. In 7 procent registreert het College ‘sociale bescherming’ als terrein: daarbij gaat het veelal om besluiten van (gemeentelijke) uitvoeringsorganisaties, bijvoorbeeld over toeslagen, uitkeringen, of het aanbieden van een woonwagenstandplaats.
Bij de Kinderombudsman gaan 22 van de 26 meldingen over het onderwijs. Naast pesten tussen leerlingen onderling gaat het dan bijvoorbeeld ook over het (onterecht) krijgen van een lager schooladvies.
Herkomst meest gemelde discriminatiegrond
Overige gronden
Waar speelt discriminatie zich af