Achter hen kwamen nog twee zeiljachten, waarmee zij samen voeren, deze konden zij nog bijtijds waarschuwen. Zij hebben hierop de Kustwacht gealarmeerd, die de Koning Willem I en de Edzard Jacob van Schier, alsmede de Annie Jacoba Visser van Lauwersoog gealarmeerd heeft.
Ter plaatse aangekomen heeft de Annie Jacoba Visser met veel moeite een opstapper kunnen overzetten en een sleepverbinding gemaakt. Nadat zij het zeiljacht voorzichtig weer in de richting van dieper water hebben gedraaid werd aanstalten gemaakt om het schip uit de benarde positie weg te slepen. Plotseling draaide het schip op de zijde en bleek dat kiel en een groot stuk uit de scheepshuid verdwenen waren. De beide opvarende geraakten te water evenals de opstapper van de reddingboot. De beide opvarenden zijn gered door een bemanningslid van de Annie Jacoba, die bij het zien van het kenterende schip te water is gegaan en één van de opvarende heeft bevrijd van de lifeline waarmee zij nog aan het schip vastzat.
De drenkelingen zijn met het bemanningslid aan boord genomen van de Koning Willem I en zo spoedig mogelijk naar Lauwersoog gebracht waar zij geschrokken en nat, maar heelhuids zijn aangekomen en op verhaal konden komen. De opstapper van de Annie Jacoba Visser die ook in het water terecht was gekomen, is door de Edzard Jacob uit het water gevist en op de eigen boot afgezet. Nadien hebben de Annie Jacoba Visser en de Edzard Jacob nog uitgekeken naar het wrak, maar moesten helaas na een intensieve speurtocht constateren dat het jacht gezonken is. Daarop zijn ook zij naar het station teruggekeerd.