Het aantal patiënten dat met ernstige brandwonden door vuurwerk is opgenomen in een van de drie brandwondencentra is afgelopen jaarwisseling bijna gehalveerd; van achttien (2019) naar tien (2020). Rob Baardse, directeur Nederlandse Brandwonden Stichting: “Wij pleiten voor een voortzetting van een algeheel vuurwerkverbod. Dit jaar heeft laten zien dat het aantal vuurwerkslachtoffers met ernstige brandwonden door het verbod enorm is afgenomen.”
Ook Kees van der Vlies, traumachirurg Brandwondencentrum Maasstad Ziekenhuis, bevestigt dat het vuurwerkverbod dit jaar een duidelijke afname in het aantal ernstige patiënten laat zien: “De doelstelling van het verbod was om minder mensen in het ziekenhuis te krijgen tijdens de jaarwisseling om de zorg te ontlasten, het is goed om te zien dat dit ook daadwerkelijk gelukt is.’’ Baardse vult hierbij aan dat je wel een alternatief moet bieden, “laat vuurwerk op een veilige en via een vergunningstelsel georganiseerde wijze afsteken door vuurwerkverenigingen waarbij door de pyrotechnische branche getrainde burgers zich kunnen aansluiten.’’
Ernstig letsel
De tien opgenomen patiënten, waarvan acht mannelijk, hebben dusdanig ernstig letsel door het vuurwerkongeval opgelopen dat een opname in een brandwondencentrum noodzakelijk was. De opgenomen patiënten zijn veelal jong; zeven onder de achttien jaar oud. De meeste brandwonden zijn in het gezicht of op de handen en veroorzaakt door cobra’s, nitraten, vuurpijlen en vuurtollen. Prof. Paul van Zuijlen, plastisch chirurg Brandwondencentrum Beverwijk: “De gevolgen van het ongeval zijn vaak groot, elk jaar hebben we meerdere zeer ernstige letsels, zoals handamputaties, vaak bij nog bij jonge kinderen. Dit jaar was dat er bij ons nog ‘maar’ één. Het is triest dat een klein onbesuisd moment in iemands jeugd diegene voor de rest van zijn leven kan verminken. Als volwassen maatschappij moeten we dat proberen te stoppen.’’ Naast deze tien opnames, hebben ook tien patiënten zich rondom de jaarwisseling op de polikliniek gemeld met vuurwerkletsel en is er meerdere keren telefonisch deskundig advies ingewonnen bij een brandwondenarts of verpleegkundige.
Naast vuurwerk zorgen het schieten van carbid, het gebruik van brandbare vloeistoffen in gourmetstellen en sfeerhaarden en hete vloeistoffen zoals hete thee of kokend water voor een grote toename van brandwondenslachtoffers rond de feestdagen. Van Zuijlen: “Omdat de routine tijdens de feestdagen anders is, is de kans op een brandwondenongeval vergroot.”
Categorie 1 vuurwerk
Ook categorie 1 vuurwerk (ook wel kindervuurwerk of schertsvuurwerk genoemd) zorgt voor, veelal ernstig, letsel. Tientallen patiënten zijn in december en begin januari binnengekomen met brandwonden door onder andere sterretjes en grondbloemen. Van der Vlies: “Ouders zien categorie 1 vuurwerk vaak als onschuldig vuurwerk en zijn zich niet bewust van de gevaren. Helaas zien we elk jaar jonge kinderen binnenkomen met ernstige brandwonden doordat dit vuurwerk in de kraag van de jas of in de schoen is beland.’’
1De Nederlandse Brandwonden Stichting pleit daarom voor een verbod op het afsteken van alle categorieën vuurwerkdoor consumenten,waarbij tegelijkertijd een alternatief geïnitieerd wordtom dejaarwisseling te vieren mét vuurwerk.
Ambitie 1: Consumenten steken in Nederland geen vuurwerk af.Alleen een algeheel verbod op afsteken van consumentenvuurwerk leidt tot een sterke afname van vuurwerkletsel. De verwachting is dat een gedeeltelijk verbod (vuurpijlen en knalvuurwerk)het gebruik van siervuurwerk laat stijgen. Siervuurwerk is verantwoordelijk voor een significant aantal ongevallenmet brandwondenletsel. Dit type letsel zal stijgen. Zo leidt een gedeeltelijk verbod niet tot de gewensteafname van vuurwerkslachtoffers2. De Nederlandse Brandwonden Stichting pleit voor een verbod op het afsteken van alle categorieën vuurwerk door consumenten.‘Zorg voor een totaalverbod op het afsteken van alle categorieën vuurwerk door consumenten’
Ambitie 2: Georganiseerde burgers steken in Nederland wél vuurwerk af.Vuurwerk hoort, voor een groot deel van de samenleving, bij de viering van de jaarwisseling. Bij een verbod op het afsteken van vuurwerk door consumenten, hoort een logisch alternatief. De Nederlandse Brandwonden Stichting pleit voor het op eigen initiatief laten verenigen van burgers op gemeentelijk niveau3(vuurwerkvereniging) die op basis van een gemeentelijke vergunning op een veilige wijze, op een voorafvastgesteld tijdstip op een daartoe aangewezen plaats de viering van de jaarwisseling kunnen opluisteren met vuurwerk. Om de benodigde kennis over product(veiligheid) binnen deze burgerverenigingen te borgen,zal er samengewerkt kunnen worden met de pyrotechnische branche. Zij onderschrijven een dergelijke opzet.‘Stimuleer burgers om zich te verenigen in vuurwerkverenigingen en stel gemeenten in staat om vergunningen te kunnen verlenen voor het wenselijk en veilig realiseren van een wijkgerichte/plaatsgebonden vuurwerkshow.’
Ambitie 3: Ondersteun handhaving met sterke algemene sociale controleVerbindt duidelijke regelgevingmet een haalbaar alternatief. Zo is er geen discussie over welk vuurwerk wanneer afgestoken mag worden. Er ontstaat zo sociale controleter ondersteuning van handhaving: Een afsteker van vuurwerk wordt aangesproken met de vraag;‘Waarom sluit je niet aan bij de plaatselijke vuurwerkvereniging?’4Met de verbinding van een vereniging met de pyrotechnische branche, leidt dit tot kennis–exclusiviteit van de leden/burgers. Ditversterkthet mechanisme van sociale controle.‘Maak duidelijke regelgeving, zodat maatschappelijke sociale controlewordt versterkt, gericht op het alternatief vuurwerkverenigingen’