Bijna een derde (32%) van de deelnemers aan het jaarlijkse onderzoek* van de Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW) laat, bij afwezigheid tijdens de feestdagen, geen bewoonde indruk achter in hun woning. Het huis blijft volledig donker. Ruim de helft (51%) laat slechts een of twee lampjes branden. Coen Staal, voorzitter van de Nationale Inbraakpreventie Weken, zegt hierover: “Helemaal donker of slechts een of twee lampjes aan, staat min of meer gelijk aan een briefje op de deur met ‘wij zijn niet thuis met de feestdagen’. Inbrekers weten dan dat ze volop de tijd hebben om toe te slaan. Juist tijdens de feestdagen wordt bijna twee keer zo vaak ingebroken als in de rest van het jaar. Tref daarom de juiste maatregelen.”
Wat is wel goed?
Bijna een kwart regelt zelf, met behulp van een app, tijdschakelaars of de buren, dat de lampen die ze normaliter aanhebben, ook tijdens hun afwezigheid aangaan. “Zo is het voor een inbreker onduidelijk of er iemand thuis is. Hij zal dan eerder bij een woning inbreken waar het wel evident is dat men er niet is”, aldus Staal.
Wat kan er beter?
“Deuren goed op slot doen en een bewoonde indruk achterlaten: dat zou iedereen sowieso moeten doen”, zegt Staal. “Gewoon volop de verlichting aan. Het kost misschien wat extra aan stroom, maar brengt een inbreker wel aan het twijfelen. Inventariseer op een vrije middag ook eens de zwakke plekken van je huis.” Onderzoek laat namelijk zien dat bijna iedereen onterecht denkt dat het met de beveiliging van zijn huis wel snor zit. Toch zijn bijvoorbeeld maar liefst vier van de vijf achterdeuren zodanig slecht beveiligd dat een inbreker binnen enkele minuten binnen is. “Je kunt de achterdeur dan wel goed op slot draaien, maar een zwak slot of beslag houdt inbrekers echt niet tegen. En als het huis geen bewoonde indruk maakt, weet de inbreker dat ie voldoende tijd heeft om zijn gang te gaan”, aldus Staal.
Extra hulp biedt de InbraakPreventieCheck op www.inbraakmislukt.nl. Daarmee is aan de hand van foto’s eenvoudig te controleren hoe het nu gesteld is met de beveiliging van je huis en wat er eventueel aan verbeterd kan worden.
Maak het geen feestje voor de inbreker Ongeveer de helft van de Nederlanders is tijdens de feestdagen op vakantie of op visite bij een vriend of familielid en daarom een of meerdere dagen niet thuis. Het is dan ook niet gek dat de piek van alle inbraken in de periode tussen Kerstmis en Oud & Nieuw valt. Volgens cijfers van de politie slaan inbrekers vooral toe in de avonduren tussen 17.00 en 21.00 uur. Tijdens dat heerlijke diner bij familie of goede vrienden dus. Een inbreker weet dat hij dan rustig zijn gang kan gaan en slaat bij het gemakkelijkste doelwit toe.
Om het voor de inbreker geen feestje te maken, heeft de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken vijf simpele tips:
1. Laat met behulp van een tijdschakelaar of app de lampen aangaan die je normaal ook aanhebt. Stel ze in op het tijdstip dat het donker wordt. Niet allemaal tegelijk, maar met een minuutje of wat verschil. Denk ook aan het inschakelen van de verlichting op de bovenverdieping; je bent tenslotte niet de hele avond in je huiskamer. Laat vooral niet alleen de lichtjes van je kerstboom branden om het te doen lijken of je thuis bent. Daarmee bereik je juist het tegenovergestelde. 2. Laat een bewoonde indruk achter. Zet bij een avondje weg bijvoorbeeld ook de tv aan. Dit zorgt voor geluid en ‘bewegend’ licht. Wat ook heel goed kan is het neerzetten van ‘nep-kaarsen’. Die werken op een batterij, flikkeren net zoals een echte kaars en geven de indruk dat hier toch echt iemand thuis is. 3. Ga je op vakantie? Vraag of iemand de post weghaalt en laat het aanrecht ietwat rommelig ogen. 4. Vraag de buren om een oogje in het zeil te houden en liefst ook de lamellen of gordijnen vroeg in de avond even te sluiten en ’s morgens weer te openen. Wellicht kunnen zij ook extra verlichting aandoen. 5. Start een whatsappgroep in de buurt om elkaar te waarschuwen bij verdachte situaties. Kijk op www.wabp.nl welke whatsappgroepen in jouw buurt actief zijn.
Over de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken
De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken is een publiek-private samenwerking met als doel woningbezitters meer bewust te maken van goede inbraakpreventie. Om zo bij te dragen aan de doelstelling van het ministerie van Veiligheid en Justitie het aantal inbra¬ken en inbraakpogingen substantieel te verlagen. Werd in 2012 nog 91.000 keer ingebroken of een poging daartoe gedaan, in 2017 was dit gedaald naar 49.500. De stichting voert tweemaal per jaar campagne, in mei/juni en november/december. Partners in de stichting zijn de bedrijven Assa Abloy, Zo Veilig en Yale in nauwe samenwerking met het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Verbond van Verzekeraars.