Landelijk – De droogte neemt af. Hoewel er regionaal nog grote verschillen zijn, is er landelijk geen sprake meer van een grotere vraag dan aanbod van zoet water. Daarom wordt nu overgegaan van het niveau ‘feitelijk watertekort’ (niveau 2) naar ‘dreigend watertekort’ (niveau 1).
Door de regen van de afgelopen weken is het neerslagtekort afgenomen tot een niveau onder de 5% droogste jaren. Het KNMI verwacht dat het tekort de komende weken verder zal afnemen. Het Managementteam Watertekorten (MTW) komt door het afschalen naar niveau 1 niet meer bij elkaar. Dat schrijft minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) vandaag aan de Tweede Kamer.
Samen tegen de droogte
De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben de afgelopen maanden van noord tot zuid en oost tot west veel maatregelen genomen om de wateraanvoer te verbeteren, om meer water vast te houden en om schade te voorkomen. De organisatie van de waterverdeling is een samenwerking tussen Rijkswaterstaat, waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies en betrokken ministeries (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Economische Zaken en Klimaat en Infrastructuur en Waterstaat).
Enkele maatregelen zijn afgebouwd. Deze week worden weer nieuwe maatregelen opgeheven. Daarbij gaat het onder meer om het afbouwen van schutbeperkingen voor de scheepvaart en om het ontmantelen van tijdelijke pompinstallaties die nodig waren om extra water aan te voeren.
Nu de droogte afneemt, zullen alle betrokken partners de droogtecrisis evalueren. De wens is om het eindrapport ruim vóór 1 april 2023 gereed te hebben, omdat dan het droogteseizoen weer start.
Droogte nog niet voorbij
Op een aantal plaatsen is nog steeds sprake van lage rivierafvoeren, lage grondwaterstanden en problemen met de waterkwaliteit en verzilting. Dit betekent dat de hinder voor scheepvaart nog niet voorbij is, want enkele schutbeperkingen blijven regionaal van kracht. Bijvoorbeeld in het zuiden op de Maas en bij de sluizen in IJmuiden. Hoewel de watervraag van de landbouw daalt (doordat het groeiseizoen ten einde komt), ervaart ook deze sector regionaal nog hinder. Bijvoorbeeld door regionale sproeiverboden in het zuiden en oosten.
Voor herstel van de natuur is een langere periode van neerslag nodig. De lage grondwaterstanden worden slechts langzaam aangevuld, dus zijn de problemen met de uitgedroogde natuur nog niet voorbij – zeker niet in de hogere delen van ons land. Daarnaast blijft verziltingsbestrijding een groot aandachtspunt, met name in het Noordzeekanaal, het IJsselmeer en in de regionale systemen van met name West-Nederland.
De Landelijk Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) blijft daarom ook actief om de situatie en de nog nodige maatregelen voor de waterverdeling te monitoren.