Groningen – De gemeente Groningen hoeft de Utrechtse eigenaar van een pand in de Tuinbouwstraat geen vergunning te geven voor kamerverhuur. Dat bepaalde de Raad van State woensdagmiddag. Daarmee haalt de gemeente, na een eerdere uitspraak door de rechtbank, alsnog haar gelijk.
Het conflict tussen de gemeente en de eigenaar begon nadat de Utrechter in 2005 het pand kocht om zijn zoon en diens studievrienden een plek te bieden. Nu wil de gemeente de kamerverhuur stoppen. Dat ondanks jarenlang probleemloos gebruik, stelde de pandjesbaas.
Alleen woningen die aan vier zijden door andere kamerwoningen zijn omgeven, krijgen een vergunning van de gemeente. De woning aan de Tuinbouwstraat valt buiten deze regels, omdat de bovenkant niet grenst aan andere panden. Een eerdere uitspraak van de Groningse bestuursrechter stelde dat ook woningen diagonaal naast de woning moeten meetellen, waardoor de pandeigenaar zijn gelijk kreeg.
Maar dat vond de gemeente onacceptabel en ging daarom al eerder in hoger beroep. De pandeigenaar wilde oplossingen overwegen, maar een voorstel om slechts drie kamers te verhuren wees hij af. Hij stelde voor de verhuur enkele jaren te gedogen, waarna hij het pand zou verkopen.
De gemeente vreest echter dat zo’n uitspraak haar beleid ondermijnt. De Raad van State oordeelde dat de gemeente mag vasthouden aan haar beleid. De eigenaar mag de woning daarom niet meer als kamerverhuurpand gebruiken.