Dat werd zondagavond bekend gemaakt in het programma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. Bovendien was de man naar alle waarschijnlijkheid een bekende van het 16-jarige meisje dat op 1 mei 1999 verkracht en vermoord werd gevonden in een weiland aan de Keningswei bij Veenklooster. Misdaadverslaggever Peter R. de Vries presenteerde in zijn uitzending op SBS de resultaten van het 3D-team, dat sinds oktober 2007 aan de zaak werkt. Dat team is geformeerd omdat er theorieën rondgaan waarin wordt beweerd dat justitie niet alle sporen is nagelopen.
Hieruit blijkt onder andere dat op de plaats delict maar weinig gras is platgetrapt. Dit wijst er op dat er niet of nauwelijks sprake is geweest van een worsteling. Deze sporen wijzen volgens het 3D-team veel meer op een situatie die vrijwillig begon, maar waarbij de sfeer plotseling is omgeslagen en de dader door het lint ging. Het nieuwe onderzoeksteam houdt er rekening mee dat Marianne haar moordenaar heeft gekend. Mogelijk had ze zelfs met hem afgesproken of is ze hem eerder die avond tegengekomen. Het nieuwe uitgangspunt is dat Marianne vrijwillig met haar moordenaar het weiland is ingelopen. De loopsporen in het gras wijzen hier ook op. Twee rechte sporen op enige afstand naast elkaar die het weiland in gaan.
Niet een spoor waaruit op te maken is dat Marianne onder bedreiging het weiland is ingesleept. Er is nog een belangrijk concreet spoor dat Marianne haar moordenaar hoogstwaarschijnlijk heeft gekend. Het gaat om een aansteker met een playboy-logo die wordt gevonden in Mariannes tas. In het mechanisme van de aansteker vindt het nieuwe team een heel klein haartje. En het DNA-spoor dat hieruit wordt gedestilleerd, matcht met dat van het sperma dat op Mariannes lichaam is gevonden. De verkrachter en de moordenaar is dus ook vrijwel zeker de eigenaar van de aansteker. Justitie is begin april begonnen met een verwantschapsonderzoek in de databank met verzameld dna. Als dat niets oplevert, wordt een grootschaliger onderzoek niet uitgesloten, meldde het OM eerder al in een persbericht. De kans dat de moordenaar in het gebied rondom Veenklooster familie, misschien heel verre familie, heeft wonen is groot.
En de kans dat hij hierdoor wordt opgespoord ook. Want de zaak Marianne Vaatstra is de eerste in Nederland waarbij politie en justitie gebruik maken van een zogeheten DNA-verwantschapsonderzoek, dat sinds 1 april 2012 wettelijk is toegestaan. Dit vergroot de kans op een doorbraak aanzienlijk. Eind juni moeten de resultaten van dat verwantschapsonderzoek bekend zijn. Als dit geen succes oplevert, rest er nog maar een middel. Een vergaand middel waarbij een beroep wordt gedaan op de Friese bevolking: een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek in Noordoost Friesland waarbij in een straal van 15 kilometer mannen worden opgeroepen om vrijwillig wangslijm af te staan om zo de dader op te sporen.