Dit betekent dat Defensie de hiervoor eerder aangemerkte plekken niet verder onderzoekt. Voor extra jachtvliegcapaciteit waren dat vliegbases Volkel, Leeuwarden, Gilze-Rijen en Eindhoven. En voor de onverharde landingsbaan Twente Airport en oefenterreinen De Haar, Havelte-West, de Oirschotse- en Rucphense Heide. Deze locaties vallen overigens nog niet definitief af. Dat gebeurt pas als het kabinet de Beleidsvisie Ruimte voor Defensie in 2025 definitief vaststelt.
Geluidshinder
Het is nodig om activiteiten met jachtvliegtuigen binnen Nederland uit te breiden. Dit om de geoefendheid op peil te houden. Ondanks intensief gebruik van simulatoren en trainen in het buitenland zijn hiervoor nu onvoldoende mogelijkheden in Nederland. Daarvoor is extra ruimte nodig. Dit geldt ook voor de tijdelijke stationering van jachtvliegtuigen van bondgenoten en tactische spreiding van de toestellen.
Voor omwonenden van de aangemerkte zoekgebieden is geluidshinder een belangrijke zorg. Het aantal woningen in de omgeving is daarom een maatgevend aspect in het onderzoek naar de milieueffecten (planMER-onderzoek). Uit de resultaten blijkt dat Lelystad Airport de minste negatieve geluidseffecten heeft voor wat betreft het aantal woningen. Daarna volgen als minst slechte alternatieven voormalig vliegbasis De Peel en Groningen Eelde Airport.
Twente Airport en Vliegbasis Woensdrecht worden voor maximaal de helft van de behoefte verder onderzocht. Deze locaties hebben namelijk significant meer ‘geluidgehinderde’ woningen dan de hiervoor genoemde luchthavens.
‘Dirt strip’
Een korte en onverharde landingsbaan is nodig om het landen en opstijgen met tactische transportvliegtuigen te trainen. Dit kan nu niet in Nederland, maar dat is wel nodig. Vooral voorafgaand aan operationele inzet. Want het gaat hierbij ook om opleiding en training in het snel prepareren en herstellen van deze zogeheten ‘dirt strip’. Dit gebeurt door militairen van de Luchtmobiele Brigade en het Korps Commandotroepen.
Ook voor deze behoefte is onder meer het aantal ‘geluidgehinderde’ woningen meegenomen in het planMER-onderzoek. De omgeving van militair luchtvaartterrein Deelen en voormalig vliegbasis De Peel komen daar als minst slecht uit. De impact op natuur is het grootst bij Deelen, door de ligging midden op de Veluwe. Dit effect wordt daarom verder onderzocht. Ook onderzoekt Defensie de mogelijkheden van een ‘dirt strip’ op Vliegbasis Gilze-Rijen en oefenterrein Leusderheide.
Vervolgstappen
Defensie liet vorige maand voor de meeste behoeften weten welke locaties ze wel en niet verder onderzoekt binnen het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie. De onderzoeksresultaten voor bovengenoemde uitbreidingen waren toen nog niet bekend. De staatssecretaris heeft betrokken provincies en gemeenten hierover inmiddels geïnformeerd.
Beslissing aan kabinet
Naar verwachting verschijnt begin 2025 de ontwerp Nationale Beleidsvisie Ruimte voor Defensie. Daarmee neemt het kabinet een besluit over de voorkeursalternatieven en of Defensie op deze locaties mag uitbreiden. Met de beleidsvisie zijn ook alle resultaten van de milieueffectrapportage (planMER) beschikbaar.
Om tot deze resultaten te komen, volgt Defensie een zorgvuldig en transparant proces, wat in het tijdspad terug te zien is. Zodra de ontwerp beleidsvisie is gepubliceerd kan iedereen in Nederland daar nog zienswijzen over indienen. Deze neemt het kabinet mee in de besluitvorming over de definitieve locaties.
Verdediging grondgebied
De krijgsmacht groeit. Dat is noodzakelijk om het eigen grondgebied en dat van de bondgenoten te kunnen verdedigen. Meer ruimte is nodig om te oefenen, voor opslag en om bondgenoten door Nederland te verplaatsen.