Een politieagent en een medewerker van de Inspectie van Verkeer en Waterstaat deden zich voor als klanten. In totaal werden vier taxi’s gecontroleerd.
Deze taxi’s waren al eerder opgevallen. Tijdens de ritten werden verschillende overtredingen waargenomen. De eerste taxichauffeur reed met een snelheid van 99 km/u waar 50 km/u toegestaan was. Hij hield geen volledige rittenstaat bij en zijn taxameter was niet gekeurd. De tweede taxichauffeur had zijn administratie beter op orde maar reed wel te hard, 90 km/u waar hij 50 km/u mocht. De derde taxi bleek een gewone personenauto te zijn.
Ook deze chauffeur had zijn administratie niet voor elkaar. Hij is aan het politiebureau gehoord en besloot zijn taxivergunning in te leveren waardoor het taxibedrijf is beëindigd. De vierde controle leverde een snelheidsovertreding op van 20 km/u (toegestane snelheid 50 km/u). Deze taxichauffeur registreerde geen arbeidstijden en vulde de rittenstaat niet in. De taxameter was verlopen en de verzegeling ontbrak. De bestuurder kreeg een verplichte rust opgelegd van 9 uren. Hij mag pas weer klanten vervoeren als de taxameter opnieuw geijkt is. De politie maakt proces-verbaal op voor de gepleegde overtredingen.