Landelijk – De landelijke campagne tegen femicide is ontzettend belangrijk. Dat zegt raadslid Yaneth Menger van Stadspartij 100% voor Groningen. Menger diende afgelopen week tijdens de gemeenteraadsvergadering twee moties in over dit onderwerp, maar trok deze uiteindelijk weer in.
“In Nederland wordt er elke drie dagen een vrouw vermoord,” vertelt Menger. “Een derde van de vrouwen krijgt ooit te maken met fysiek partnergeweld, waarbij vrouwen die slachtoffer worden van intieme terreur vaak op meerdere fronten tegelijk vechten: tegen de dader en tegen een systeem dat vaak tekortschiet. De situatie vraagt om draconische maatregelen, waarbij een bijzondere wet vrouwen zou moeten beschermen tegen gewelddadige partners. Daarbij denken wij aan een Nederlandse variant op Clare’s Law, waarmee potentiële slachtoffers eerder geïnformeerde keuzes kunnen maken en op die manier kunnen voorkomen dat ze in een gewelddadige relatie terechtkomen. Mijn fractie vindt ook dat het recht op bescherming van de veiligheid van slachtoffers in sommige gevallen zwaarder zou moeten wegen dan het recht op bescherming van de privacy van daders.”
Clare’s Law
Clare’s Law, ofwel het Domestic Violence Disclosure Scheme, is een wet in het Verenigd Koninkrijk die burgers het recht geeft om bij de politie te informeren naar een (ex-)partner met een gewelddadig verleden, bekend als het ‘recht om te vragen’. Het is een proactieve maatregel om potentiële slachtoffers van huiselijk geweld te beschermen, vernoemd naar Clare Wood, die werd vermoord door een ex-partner met een geschiedenis van huiselijk geweld. Er bestaat ook een ‘recht om te weten’, waarbij de politie zelf informatie deelt als ze geloven dat iemand in gevaar loopt.
Menger wilde afgelopen week de motie behandeld hebben in de gemeenteraad. “Daar hebben we na rijp beraad toch van afgezien. Andere fracties lieten weten het te voorbarig te vinden, met name omdat we er over een aantal weken over komen te spreken. Als raadslid moet ik dan een optelsom maken. Ik weet dat ik dit probleem niet ga winnen in de raadszaal. Dus ik heb ervoor gekozen om de motie strategisch aan te houden. Het blijft even op de plank liggen, en zal straks, over enig moment, ingediend gaan worden.”
Dat geldt ook voor een motie die opriep tot het geven van gastlessen en trainingen op AZC’s. Ook dit voorstel blijft om dezelfde reden nog even op de plank liggen. Volgens de Stadspartij zijn mensenhandel en seksuele uitbuiting, zoals gedwongen prostitutie, grote risico’s, waarbij trainingen bewoners hier beter tegen zouden moeten gaan beschermen. “Ik heb jarenlang als beveiliger gewerkt op AZC’s,” vertelt raadslid Yaneth Menger. “Als beveiliger zijn je taken heel beperkt: je handhaaft de orde, je helpt als iemand wat kwijt is geraakt en je zorgt ervoor dat mensen de huisregels volgen. Wat mij toen al opviel, is dat met enige regelmaat jonge meiden schaars gekleed het terrein verlieten. Vlak voor de ingang van het AZC stonden personen in auto’s te wachten om deze meiden op te pikken. Maar wij mochten niets doen. Ze stonden buiten het terrein van het AZC. Het enige wat wij konden doen, was het noteren van gegevens, waarna we deze rapporten aan het COA gaven.”
Vrouwenhandel en prostitutie
Volgens Menger speelde dit zich tien jaar geleden af. “Dat probleem speelt nu nog steeds. Sterker nog, het is groter geworden. Met enige regelmaat verdwijnen er voor een bepaalde periode minderjarigen (veelal jonge meiden en/of jonge vrouwen). Hiervoor wordt ook actief geronseld, waarbij er voornamelijk gebruik wordt gemaakt van smartphones. Ze hebben hiervoor meerdere telefoons in bezit. Je hebt het hier over vrouwenhandel en prostitutie. Mijn fractie vindt dat we de verantwoordelijkheid hebben om vanuit preventie en voorlichting hierover training te gaan geven. Dat jongeren, bewoners van het AZC, maar ook personeel zich bewust zijn van de risico’s van online grooming en sexting. Want daar hebben we het over. De Merel van Groningen Foundation is bijvoorbeeld een organisatie die al gastlessen over dit onderwerp geeft. Wij zouden graag willen dat de gemeente met de ketenpartners om de tafel gaat zitten en dit oppakt.”
‘Waar ben je?’
De campagne van het ministerie van Justitie en Veiligheid heet ‘Waar ben je?’. Menger: “Ik vind het een hele goede, maar ook confronterende campagne. Het is heel goed in elkaar gezet. De spot op televisie laat perfect zien hoe het gaat. Het gebeurt heel venijnig, heel subtiel. Zodat omstanders het niet doorhebben. Het gaat steeds verder, waarbij een persoon steeds verder geïsoleerd raakt en vriendschappen oppervlakkiger worden. Het is een veelkoppig monster. Ik hoop dat deze campagne bijdraagt aan bewustwording. Wanneer ga je het gesprek met iemand aan? Luister je naar je onderbuikgevoel? En hoe pak je dat dan aan? Je hebt het over een situatie waarbij alles verhuld wordt. En doe je een stap, dan zul je als persoon daarna ook vervolgstappen moeten nemen. Waarbij het wespennest niet ongevaarlijk is. Dat weerhoudt mensen ervan om bij dat onderbuikgevoel te vragen hoe het nu echt met iemand gaat.”
Menger geeft een voorbeeld: “Onlangs was ik op een plek in onze gemeente, in mijn vrije tijd, waar ik geholpen werd door een mevrouw die bepaalde verwondingen had in haar gezicht. Ik ben uiteraard geen expert, maar het waren volgens mij geen verwondingen die je oploopt bij een valpartij. Ik stond in dubio. Wat doe ik nu? Nadat ik geholpen was, heb ik gevraagd hoe het met haar ging. Of ze een goede week had gehad? Ik heb het ijs geprobeerd te breken en een vertrouwensband te scheppen. Door haar wat langer aan te kijken en het signaal af te geven dat ik het gezien heb. En ik heb aangegeven dat ik vaker op deze plek kom. Hopelijk is dat een goede eerste stap. En nogmaals, het is een vermoeden. Maar het is erg ingewikkeld. Het herkennen van rode vlaggen is belangrijk.”
De fractie van Menger pleitte nog niet zo lang geleden ervoor om juist bij kappers, nagelstylistes en schoonheidsspecialisten aandacht te hebben voor femicide. “Dit zijn plekken waar medewerkers iets kunnen zien, iets kunnen constateren en er het gesprek over aan kunnen gaan. Eigenlijk zouden we moeten pleiten voor een cursus die deze medewerkers kunnen volgen, zodat ze weten hoe ze moeten handelen. Dat zou waardevol zijn. Maar nogmaals, de gelaagdheid is complex. Maar het is belangrijk om hier tegenop te staan. De situatie in Sneek, waarbij een 33-jarige vrouw zwaargewond raakte en een 32-jarige man om het leven kwam, zijn voorbeelden dat het zich volop afspeelt.”