Landelijk – Er is sprake van een acute noodsituatie in de asielopvang in Nederland. Door stokkende uitstroom en hoge instroom komt het COA de komende maanden veel opvangplekken tekort. Om iedereen die bescherming zoekt in Nederland van opvang te kunnen blijven voorzien, ziet het kabinet zich genoodzaakt om een aanwijzing te geven voor acute noodopvang aan drie gemeenten en een regio. Dat hebben minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid vandaag bekendgemaakt.
“De afgelopen periode is er heel hard gewerkt door gemeenten en provincies om extra opvangplekken te realiseren. Daar zijn we ze als kabinet heel dankbaar voor. Maar er is meer nodig. Ik begrijp dat het voor de gemeenten die de aanwijzing krijgen een moeilijke boodschap is. Helaas is dit echt het laatste redmiddel om crisisnoodopvang te voorkomen.”
Internationale verplichting
Mensen die vluchten voor oorlog en geweld hebben recht op bescherming in Nederland. Volgens Europese en internationale wetgeving is de Nederlandse staat ook verplicht om asielzoekers op te vangen en te begeleiden. Zonder verdergaande maatregelen zou het COA de komende tijd niet meer genoeg plek hebben voor iedereen. Het mag niet zo zijn dat asielzoekers op straat moeten slapen. Daarom is het kabinet genoodzaakt om drie gemeenten en een regio aan te wijzen om op korte termijn noodopvanglocaties te realiseren. Het gaat om de gemeenten Enschede, Gorinchem, Venray en de regio Rotterdam. De locaties waar het om gaat zijn relatief groot en kunnen op korte termijn in gebruik worden genomen. Het is de bedoeling dat de locaties ongeveer 3 tot 6 maanden gebruikt worden. Tevens zal het COA starten met het verbouwen van een pand in Alkmaar dat in eigendom is van het Rijksvastgoedbedrijf, zodat deze locatie ook snel ingezet kan worden voor de opvang van asielzoekers als dat aan de orde is.
Laatste redmiddel
Het is niet de eerste keer dat het kabinet de noodklok luidt over de capaciteitsproblemen in de asielopvang. De afgelopen periode werd al veelvuldig om hulp gevraagd. Door de enorme inzet van gemeenten en provincies zijn er sinds eind augustus ongeveer 8500 extra opvangplekken gerealiseerd, maar daarvan waren veel locaties ook tijdelijk. Door de aanhoudende druk is afgelopen week door het COA, de deelnemers van de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie (LRT) en de commissarissen van de Koning geconcludeerd dat de vraag naar de extra opvangplekken voor het einde van 2021 niet zou gaan lukken. Deze aanwijzingen zijn een laatste redmiddel om crisisnoodopvang te voorkomen. Bij crisisnoodopvang worden bijvoorbeeld sporthallen ingezet voor een hele korte periode. Asielzoekers moeten dan na een week verhuizen naar een volgende locatie. Dat zou betekenen dat asielzoekers voor langere tijd meerdere malen zouden moeten verhuizen. Dat is voor gemeenten, inwoners en asielzoekers onwenselijk en biedt geen stabiliteit.
Ook de komende tijd blijft het kabinet met gemeenten, provincies en andere betrokken partijen werken aan het huisvesten van statushouders en het vinden van nieuwe reguliere opvangplekken. Zodat het opvangsysteem kan stabiliseren en de acute noodopvanglocaties zo snel mogelijk kunnen sluiten.