Twee slachtoffers gemaakt
Op 18 januari 2013 werden in Groningen twee bejaarde mensen op gewelddadige wijze van het leven beroofd. In de nacht of vroege ochtend stierf een 67-jarige vrouw vermoedelijk door verwurging in haar woning aan de Oliemuldersweg. En aan het eind van de middag vond een 71-jarige man de dood. Hij kwam om het leven in zijn woning aan de Waldeck Pyrmontstraat, vermoedelijk ook door een gewelddadige vorm van verstikking. Op 29 januari 2013 werd een 40-jarige verdachte aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de gewelddadige dood op beide slachtoffers.
Tijdsverloop onderzoek
Het dossier werd in 2014 door de politie ingeleverd bij het Openbaar Ministerie en werd door de rechtbank Groningen op 24 april 2014 inhoudelijk behandeld. Tot dan toe had de verdachte geen opening van zaken gegeven: hij had zich voornamelijk beroepen op zijn zwijgrecht. Op de zitting van 24 april toonde de verdachte zich opeens wel verklaringsbereid. Hierop is aanvullend onderzoek uitgevoerd (een reconstructie) waarvan het dossier in januari 2015 is ingeleverd. Vervolgens heeft de raadsman op de regiezitting van 19 maart 2015 de rechtbank verzocht om aanvullend onderzoek. Uiteindelijk kon de inhoudelijke behandeling plaatsvinden op 29 en 30 oktober.
Strafmotivering
Hoewel niet precies duidelijk is geworden wat zich op 18 januari 2013 in de woningen van de slachtoffers zich heeft afgespeeld, is wel duidelijk geworden dat zij daar een afschuwelijke dood zijn gestorven. Uit hoe ze daar zijn aangetroffen trekt de officier de conclusie dat ze ernstig mishandeld zijn en gewurgd. Hoewel er vele vragen onbeantwoord zijn gebleven, is evident dat ze in de laatste minuten van hun leven pijn hebben geleden en doodsangst hebben uitgestaan. De verdachte heeft op gruwelijke wijze twee bejaarde mensen van het leven beroofd. Verdachte heeft er blijk van gegeven geen enkel respect op te brengen voor het leven van zijn medemensen. De nabestaanden blijven achter met gevoelens van verdriet, gemis en woede.
Een zaak als deze draagt een voor de rechtsorde zeer schokkend karakter en brengt in de samenleving gevoelens van grote angst en onveiligheid teweeg, alsmede gevoelens van woede en onmacht. Verdachte heeft niet meegewerkt aan een onderzoek naar zijn geestesvermogens waardoor er geen antwoord is gekomen op de vraag hoe de verdachte tot deze enorme geweldsexplosies is gekomen.
Onder deze omstandigheden moet er, naar de mening van het Openbaar Ministerie, rekening mee worden gehouden dat de verdachte op enig moment nogmaals een soortgelijk feit zal begaan. Nu aanknopingspunten die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden geheel ontbreken, moet er van uit worden uit gaan dat de feiten geheel aan verdachte kunnen worden toegerekend. Vanuit de oogpunten van vergelding voor wat verdachte zijn slachtoffers en diens nabestaanden heeft aangedaan en van beveiliging van de samenleving vindt de officier van justitie een langdurige tijdelijke gevangenisstaf van 30 jaar passend.