Groningen – Minister Kuipers moet zijn keuze voor twee of drie Nederlandse kinderhartcentra zonder vooringenomenheid maken. De Tweede Kamer stemde donderdagmiddag in met een motie van Kamerlid Attje Kuiken (PvdA), die de minister daartoe verplicht.
De Kamer hield donderdagmiddag een zogenaamd ’tweeminutendebat’ met Kuipers over de plannen om het aantal kinderhartcentra in Nederland terug te brengen.
Eerder deze maand zegde Kuipers al toe het besluit van zijn voorganger (Hugo de Jonge) om twee Nederlandse kinderhartcentra te sluiten opnieuw in overweging te nemen. De Nederlandse Zorgauthoriteit gaat een onderzoek uitvoeren naar de impact die de sluiting van de centra in Groningen en Leiden heeft op de zorg.
Vorige week stelde Kuipers dat hij bij zijn standpunt blijft dat concentratie in twee centra het best is. Maar druk vanuit de Kamer zorgde er toen al voor dat Kuipers drie centra voor complexe hartoperaties toch niet helemaal zal uitsluiten. Met de motie die donderdagmiddag werd aangenomen, mag Kuipers dat ook niet meer doen.
Daarnaast moet de NZA in haar onderzoek niet alleen de kwaliteit van de hartzorg, maar ook de regionale spreiding, de impact op aanpalende zorg en opleidingscapaciteit van de ziekenhuizen die hun specialisme nu kwijtraken, meenemen in haar advies. Een aangenomen motie van Kamerlid Wieke Paulusma kon goedkeuring rekenen en verplicht Kuipers nu om deze aspecten mee te nemen in zijn overweging.
Kamerlid Wybren van Haga probeerde met een motie het kinderhartcentrum in het UMCG apart veilig te stellen met een motie. Als deze motie was aangenomen, was er zekerheid geweest voor het hartcentrum in Groningen. Maar de Kamer ging daar niet in mee.
De resultaten van het onderzoek worden over ongeveer een half jaar verwacht. Dan zal Kuipers definitief een nieuw besluit nemen over de sluiting van kinderhartcentra in Nederland.