Agenten, die in een burgerauto reden, zagen dat de autospiegel van de bestuurder kapot was. Ook nam hij de bochten wel erg ruim. Op een stopteken van de agenten reageerde de automobilist niet.
Bij een rotonde aangekomen reed de automobilist een rondje in ging rustig terug in de richting waar hij vandaag was gekomen. Daarbij reed hij op een gegeven moment op de rijbaan van het tegemoetkomende verkeer. De agenten besloten de automobilist in te halen en gaven vervolgens een stopteken met het stopbord aan de achterzijde van de auto. Daarbij verminderden zij vaart. De 19-jarige reed daarop tegen de achterzijde van de politieauto aan. Het was de agenten duidelijk geworden dat de man niet zou (kunnen) stoppen. Hij keek de gehele rit strak voor zich uit en dus niet op of om. De agenten besloten behoedzaam de auto van de bestuurder met behulp van hun eigen auto de berm in te duwen. Dit om een aanrijding met een eventueel ander voertuig te voorkomen. De man reed vervolgens de berm in en botste tegen een lantaarnpaal.
Toen de agenten vervolgens de deur openden troffen zij een versufte man achter het stuur aan.
Ambulancemedewerkers onderzochten de man, maar konden geen medische oorzaak vinden. Bij de doktersdienst bleek de man ook geen letsel te hebben. Agenten namen hem vrijwillig mee naar het politiebureau. De man bleef de hele dag afwezig en wazig, maar na een test bleek hij geen alcohol gedronken te hebben. Op het politiebureau is door de arts een bloedproef afgenomen om te kunnen vaststellen of de bestuurder drugs of medicijnen gebruikt heeft. Zijn rijbewijs is ingenomen. De 19-jarige heeft geen verklaring voor zijn gedrag, maar ontkent onder invloed te zijn. Mogelijk heeft de man kort voor de controle al een aanrijding gehad. Dat zou de kapotte autospiegel kunnen verklaren.
