De politie gaat direct ter plaatse en treft daar het zwaar gewonde slachtoffer aan. De opgeroepen ambulance vervoert het slachtoffer naar het ziekenhuis, waar hij op 14 april overlijdt. Op straat, in de omgeving van de woning, treft de politie de 47-jarige verdachte aan en later wordt een 39-jarige verdachte aangehouden. Vandaag stond enkel de 47-jarige verdachte terecht, de 39-jarige verdachte overleed op 14 augustus 2020 tijdens zijn gevangenhouding.
Onderzoek
Het is op dat moment nog onduidelijk wat zich in de woning heeft afgespeeld.
De patholoog doet uitgebreid onderzoek naar de vele letsels die op het lichaam van het slachtoffer worden aangetroffen. In de woorden van de officier: “geen plek op het lichaam van het slachtoffer is gespaard gebleven”. De vraag ligt voor of het slachtoffer als gevolg van deze letsels is overleden of dat er een andere oorzaak voor het overlijden is aan te wijzen. De patholoog concludeert in zijn rapport dat het slachtoffer zonder het geweld nooit in de comateuze toestand zijn geraakt en zou hij op 14 april 2020 niet zijn overleden. Het op hem uitgeoefende geweld heeft de dood veroorzaakt.
Reconstructie
Op basis van de verklaringen van de verdachten, de verklaringen van getuigen, de processen verbaal van bevinden van zowel de recherche als de forensische opsporing en de telefoongegevens kan een goed beeld worden gevormd van het verloop van de avond van 8 op 9 april.
Maar over het geweldsaspect lopen de verklaringen van beide verdachten uit elkaar. Zij verklaarden allebei dat de ander het meeste geweld heeft gebruikt. Zij wezen naar elkaar. Op basis van alle onderzoeksresultaten en verklaringen gaat de officier uit van een langere periode van geweldshandelingen die door beide verdachten zijn gepleegd. De officier: “Hoewel zij voor een groot deel naar elkaar wijzen en we er derhalve nooit precies achter kunnen komen wie precies wat gedaan heeft, bekennen zij ook zelf behoorlijk geweld te hebben gepleegd. Schoppen alsof je een voetbal schopt tegen het lichaam van het slachtoffer en klappen in het gezicht door de ene verdachte. Vuistslagen in het gezicht, op een tafel op de buik van het slachtoffer zitten en een schilderij op zijn hoofd kapot slaan door de andere verdachte”.
Medeplegen van doodslag
De officier: “De explosie van geweld op het hoofd en lichaam van het slachtoffer is zo zeer gericht op de dood dat ik niet anders kan concluderen dat verdachte willens en wetens de kans dat het slachtoffer ten gevolge van hun handelen zou overlijden, heeft aanvaard.” Wat het OM betreft is er dan ook sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en dus van medeplegen. Medeplegen van doodslag.
Door het gruwelijke, excessieve geweld dat verdachte die nacht heeft gepleegd, heeft hij zich schuldig gemaakt aan doodslag en heeft hij het slachtoffer het meest kostbare wat hij had, namelijk zijn leven, afgenomen. “En waarom? De enige reden die door verdachte is gegeven is een klein stukje van een joint. Onvoorstelbaar.”
Maatregel en gevangenisstraf
Dit feit is ernstig genoeg om naast een gevangenisstraf ook een maatregel op te leggen. Deskundigen hebben zich hierover uitgelaten. De vraag is of de maatregel moet worden opgelegd in de vorm van TBS met voorwaarden dan wel een TBS met dwangverpleging. Alle deskundigen adviseren een TBS met voorwaarden. Voor een TBS met voorwaarden is het echter een vereiste dat verdachte bereid is om mee te werken aan de behandeling. Op grond van alle onderzoeksresultaten betwijfelt de officier of de verdachte voldoende intrinsieke motivatie heeft om echt iets aan zijn problematiek te doen. Het zonder reden toepassen van excessief geweld en het recidiverisico maakt dat de officier de verdachte te gevaarlijk vindt voor een TBS met voorwaarden en vraagt de rechtbank om de maatregel TBS met dwangverpleging op te leggen.
Maar het enkel opleggen van een maatregel volstaat wat het OM betref niet gelet op de documentatie van verdachte, de ernst van het feit en de wijze waarop dit feit is gepleegd. Naast het opleggen van de maatregel TBS met dwangverpleging eist de officier tegen de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar.