Het is 4 mei 1945. Op de Lüneburger Heide in het noorden van Duitsland capituleert de Duitse admiraal Hans-Georg von Friedeburg namens de Duitse troepen in Noordwest-Duitsland, Nederland, Sleeswijk-Holstein en Denemarken voor de geallieerde troepen. Het document zou op 5 mei in werking treden.
Op die dag wordt in Hotel de Wereld in Wageningen het capitulatiedocument besproken waarbij de Canadese driesterrengeneraal Charles Foulkes de Duitse Generaloberst Johannes Blaskowitz ontbood. Op 6 mei werd de technische uitwerking van de capitulatie getekend in aula van de landbouwhogeschool in Wageningen waarmee Nederland officieel bevrijd werd van het Duitse juk. Toch wordt Bevrijdingsdag sindsdien op 5 mei gevierd.
“Het is triest”
Bevrijdingsdag is normaliter een dag waar we er op uit trekken. Bijvoorbeeld naar een Bevrijdingsfestival waar artiesten en ambassadeurs van de vrijheid hun optredens geven. Dit jaar is het Stadspark leeg en verlaten. “Gek als je bedenkt dat hier nu normaal gesproken duizenden mensen hadden staan te feesten en helikopters af en aan waren gevlogen om artiesten te brengen”, mijmert fotograaf Joey Lameris. “Ik sprak zojuist met een aantal mensen die hier langs de drafbaan liepen en zij vertelden mij dat het jammer is dat er dit jaar geen festival is. Dat het triest is, maar dat het even niet anders is.”
Feestelijk gevoel
Toch gaat Bevrijdingsdag niet onopgemerkt voorbij. Op de Grote Markt werd om klokslag middernacht het Vrijheidsvuur ontstoken door Commissaris van de Koning René Paas (CDA) en burgemeester Koen Schuiling (VVD). Dit vuur blijft tot vanavond middernacht branden. “Maar ook elders in de stad kun je niet om het feit heen dat het vandaag een feestdag is”, zegt Lameris. “Heel veel mensen hebben de Nederlandse driekleur aan de gevel wapperen en dat geeft ondanks het coronavirus toch wel een beetje een feestelijk gevoel.”