Groningen - De rode verlichting van windparken als Geefsweer en N33 roept veel weerstand op bij omwonenden.
Bestuurders en raadsleden in de provincie wijzen voor een oplossing naar een proef in Zeeland, waarbij de verlichting uit staat totdat een vliegtuig wordt gedetecteerd. Die pilot verliep positief, maar bijna twee jaar na dato wordt het systeem nog nergens toegepast. Waarom niet?
Eén van de omwonenden is Lidy van 't Westeinde uit Schaapbulten. De tientallen rode lampen van windpark Geefsweer ziet ze vanaf de keukentafel. 'Het is hier net een kermis', verzucht ze.
Samen met haar man Wijnand woont ze al bijna veertig jaar op deze plek. Het windpark is afgelopen jaar gebouwd. Ze kan niet wennen aan het nieuwe uitzicht: 'Het beweegt altijd, het geeft altijd licht. Vroeger toen we hier kwamen wonen, was het mooi donker; nu is het overal licht.'
Ook haar buren Sylvia Brouwer, Henk de Groot en Janny Kiewiet hebben er last van. 'Het is zo jammer dat ze van tevoren niet inschatten wat het voor omwonenden doet, de rode lampen. En dan ook nog drie op een rij, van boven naar beneden', zegt Kiewiet. Ze hoopt op een oplossing.
Proef met radar
Op 23 mei 2018 is een mogelijke oplossing hiervoor in Nederland getest. Een klein vliegtuig vliegt acht keer over Windpark Krammer in Zeeland. Beneden op de grond staat een zeecontainer met daarop een radar. Zodra het testvliegtuigje in de zogenaamde warningzone komt, gaan de lichten op tien deelnemende windmolens aan. De rest van de tijd zijn de lampen op de molens uit. De andere molens van het park zijn op dat moment nog in aanbouw en doen niet mee aan de proef.
De test is geslaagd, het systeem werkt. Experts verwachten dat met een detectiesysteem de verlichting op windmolens meer dan negentig procent van de tijd uit kan. Toch is het bij geen enkel windpark in Nederland geïnstalleerd.
Wilt u dit artikel verder lezen? Klik dan HIER om het volledige nieuwsartikel te kunnen lezen.
In samenwerking met RTVNoord
Foto's
Deel dit artikel