Groningen – Er worden voorlopig nog geen camera’s opgehangen op P+R-terreinen in de stad naar aanleiding van auto-inbraken op deze terreinen. Dat heeft burgemeester Koen Schuiling (VVD) woensdag laten weten. Meldt Oogtv(Sebastiaan Scheffer)
Schuiling reageerde op vragen van de VVD-fractie. Ietje Jacobs-Setz namens deze partij: “Afgelopen weekend hebben er meerdere inbraken in auto’s plaatsgevonden op P+R-terrein Kardinge. Wij betreuren deze situatie, omdat de gemeente het juist belangrijk vindt dat P+R-parkeerplaatsen gebruikt worden. Hoe kunnen we de veiligheid op deze terreinen vergroten waardoor mensen gebruik maken blijven van de P+R-terreinen? In Barneveld heeft men gekozen voor cameratoezicht. Kunnen wij dat ook overwegen?”
Burgemeester Koen Schuiling (VVD): “Situatie blijven we volgen”
Burgemeester Schuiling is in zijn antwoord voorzichtig: “Landelijk zien we dat het aantal auto-inbraken aan het toenemen is. Vorig jaar mei hadden we in onze gemeente te maken met een piek. We hebben daar toen extra aandacht voor gevraagd door middel van het plaatsen van billboards waarmee op dit gevaar werd gewezen. Als we kijken naar de aantallen aangiftes die nu binnen komen dan gaat het niet om die significante aantallen dat we nu opnieuw zulke maatregelen moeten nemen, maar we blijven de situatie wel volgen.”
“Extra surveillancerondes”
Schuiling vervolgt: “Als het gaat over Kardinge: naar aanleiding van afgelopen weekend zijn er twee aangiften binnengekomen. Wellicht dat er nog wat aangiften binnenkomen, maar als we kijken naar het grote geheel dan wijken de aantallen aangiften niet af in vergelijking met andere P+R-terreinen. Wel zorgen we ervoor dat de politie en de boa’s extra surveillancerondes langs deze terreinen uitvoeren. Qua cameratoezicht is afgesproken dat het inzetten hiervan proportioneel moet zijn en dat er een aanleiding moet zijn. Kijkend naar de aantallen dan is er op dit moment geen aanleiding om camera’s op te hangen. Als het zo doorgaat dan kan het wel zo zijn dat we voor een nieuwe afweging komen te staan.”