Rijden met gladheid: 15 tips om veilig thuis te komen

Deel dit artikel
Pricewise.nl / Bron
Groningen - De winterkou is terug. En de gladheid op de weg ook. Dit betekent dat je binnenkort misschien kunt schaatsen, maar ook dat het gevaarlijker wordt om de weg op te gaan met je auto.

Kruip jij achter het stuur met temperaturen onder nul en gladheid? Wij hebben 15 tips waarmee je veilig thuis moet komen.

1. Pas je snelheid aan
Je snelheid aanpassen. Dat klinkt logisch, maar dit is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Rijd langzamer dan normaal en probeer niet te heftig te versnellen als je het gaspedaal indrukt. Je hebt zo meer controle over de auto. Bij extreme gladheid wordt er soms op snelwegen niet harder dan 20 kilometer per uur gereden. Niet zo snel, wel zo veilig. En minder kans op autoschade.

2. Rustig optrekken
Geef ook niet te veel gas bij het optrekken. Laat de koppeling rustig opkomen. Als er sneeuw ligt en je trekt te hard op, dan is er een kans dat je wielen vast komen te zitten in de sneeuw. Sta je op ijs? Dan is het aan te raden om in de tweede versnelling op te trekken. En heeft jouw auto achterwielaandrijving? Let dan extra goed op. Met achterwielaandrijving heb je namelijk minder grip dan met een voorwielaandrijving. Met een voorwielaandrijving is de kans op slippen ook kleiner. Een helling oprijden zal hiermee ook beter gaan.

3. Stuur voorzichtig
Maak geen abrupte stuurbewegingen. Stuur rustig, houd beide handen op het stuur en kijk ver vooruit. Op deze manier rijd je vaak rechter. Stuur je te snel? Dan bestaat de kans dat de wielen de grip op het wegdek verliezen. Met alle gevolgen van dien.

4. Houd afstand
Rijd niet te dicht achter je voorganger. Met gladheid is je remweg namelijk langer. Zorg er daarom voor dat je meer afstand houdt van de bestuurder voor je. Iets meer afstand dan normaal is wenselijk. Zo heb je meer tijd om op een onverwachte situatie in te spelen. En heb je meer kans om een eventuele botsing te voorkomen. Gebeurt dit toch en veroorzaak je schade aan een andere auto? Dan kun je een beroep doen op de WA-verzekering.

5. Handel niet onvoorspelbaar
Handel niet onvoorspelbaar. Natuurlijk; je moet nooit onvoorspelbaar handelen in het verkeer. Maar het zal een leugen zijn om te zeggen dat autorijden altijd volgens het boekje gaat. Met 8,4 miljoen auto’s in Nederland zijn onvoorspelbare situaties niet heel vreemd. Een bestuurder voor je die abrupt invoegt of opeens op de rem trapt. Vast geen onherkenbare taferelen voor weggebruikers. Is het glad op de weg? Dan is het lastiger om op dergelijke situaties in te spelen. Probeer daarop te letten en houd dus vooral rekening met je mede-autobestuurders.


6. Extreem remmen
In sommige gevallen is het nodig om hard te remmen. Dan maak je een noodstop. Hoe doe je dit? Trap je rem én je koppeling tegelijk in – als je een schakelauto rijdt tenminste. Doe je dit hard genoeg, dan kan het rempedaal gaan trillen. Maak je geen zorgen; dat hoort. Het is het ABS, het antiblokkeersysteem. Dit zorgt ervoor dat wielen niet blokkeren als je opeens hard remt. Laat de rem dan vooral niet los. Géén ABS? Ga dan níét vol op de rem. Rem pompend en rem als je voelt dat de banden weer grip hebben. Schade opgelopen door gladheid valt onder ‘slippen, botsen en ander buitenkomend onheil’. Dit wordt vergoed met een allriskverzekering.

7. Niet remmen
In tegenstelling tot de vorige tip: niet remmen is soms ook verstandig. Moet je bijvoorbeeld een gladde bocht door? Laat het gas dan van tevoren los. De kans bestaat anders dat je moet remmen. En dan is er weer een kans dat de wielen grip verliezen en de auto gaat slippen. Laat je de rem ruim op tijd los? Let dan wel op achterliggend verkeer. Het is aan te raden om pas na de bocht weer op je gaspedaal te duwen. Gas niet al in de bocht, daar is namelijk een groter slipgevaar. Doe dit pas als je weer recht rijdt.


8. Toch in de slip: rustig blijven
Raak je toch in de slip? Dat kan natuurlijk gebeuren. Misschien reed je, voor de weersomstandigheden, toch te hard. Kan ook zijn dat je verrast werd door plotselinge gladheid. De weg lijkt dan opeens een ijsbaan. Blijf in ieder geval rustig en houd je hoofd koel. Kijk naar waar je heen wilt – rijd je op een obstakel af, kijk hier dan níét naar – en corrigeer door middel van rustig sturen. Trap hierbij je koppeling in, zo verbreek je de aandrijving. Laat daarna pas het gas los. Werkt dit niet? Blijf dan sturen naar waar je heen wilt. Is het echt nodig: maak dan een noodstop.

9. Rijd rechts
Als je op een weg rijdt met meerdere rijbanen, dan is het veilig om voor de rechterweghelft te kiezen. Waarom? Omdat je je dan naast de vluchtstrook bevindt. Slip je onverwachts of onderga je andere problemen door de gladheid? Dan kun je op de rechterweghelft makkelijker naar een (waarschijnlijk) leeg wegdeel uitwijken als dit nodig is.

10. Stuifsneeuw-vrij
Als er sneeuw ligt, maak dan als eerst de auto sneeuwvrij. Niet alleen de ruiten, maar ook de motorkap, de spiegels, het dak en de deuren moeten sneeuwvrij zijn. Anders kan de sneeuw opwaaien en zie jij, of je achterligger, alsnog eventjes niets. Rijd je terwijl het sneeuwt? Pas dan ook je snelheid aan en zet je ruitenwissers aan.

11. Kies openbare wegen
Als er ijs ligt, dan is het in straten in en rondom de woonwijken vaak erg glad. Hier wordt minder (snel) gestrooid dan op de hoofdwegen. Probeer zoveel mogelijk op hoofdwegen te rijden. Daar wordt vaak goed gestrooid. Helemaal op plekken waar de bus ook rijdt. Grote kans dat je wel door sommige ijzige straten zult moeten rijden als je op je bestemming wilt aankomen. Pas je snelheid daarom aan, rijd bijvoorbeeld stapvoets, en let goed op de weg voor je.

12. Winterbanden
Zorg ervoor dat je goede banden hebt. Kies in de winter voor winterbanden voor extra veiligheid. Met winterbanden heb je meer grip op ijs en sneeuw dan met zomerbanden. De remweg is korter en je hebt minder kans op aquaplaning. Dat komt doordat de minimale profieldiepte 4 mm is. Blijft wel opletten en houd alsnog rekening met de invloeden van ijzel en sneeuw.

13. Goede profieldiepte
Houd je de zomerbanden toch onder de auto? Dan is een goed profiel gewenst en noodzakelijk. De minimumdiepte is 1,6 mm, maar de voorkeur gaat uit naar minimaal 2 mm. Als er verschil zit tussen de kwaliteit van je banden, zorg er dan voor dat de twee met het beste profiel de achterwielen worden. Daar is het meest grip nodig in, want vanaf daar wordt de auto gestuurd.

14. Geen haastige spoed
Weet je van te voren dat het glad zal zijn op de wegen? Zorg er dan voor dat je op tijd vertrekt. Als je wilt haasten met ijzel, bevind je je op glad ijs. Kom je er te laat achter dat de weersomstandigheden je zullen vertragen? Haast je dan niet, want haastige spoed is zelden goed. Helemaal met gladheid.

15. Check het weerbericht
Sneeuw zie je liggen, maar ijs is soms verraderlijk onzichtbaar. Het ligt er wel, maar je ziet het niet. Vervolgens let je niet op punten als het aanpassen van de snelheid, rustig optrekken, niet te hard remmen en meer afstand houden. Gevaarlijk. Wees voorbereid en controleer het weerbericht voor je van huis gaat.

Kortom: wees voorzichtig en ga verzekerd de weg op
Is het glad? Wees dan extra voorzichtig op de weg. De weersomstandigheden hebben geen invloed op de autoverzekering. Alleen op de mate waarin je hier misschien een beroep op moet doen. Ga de weg op met bovenstaande tips in gedachte. Dan heb je jouw autoverzekering hopelijk niet nodig en kom je veilig aan op je bestemming.

 

 

 

Foto's

Deel dit artikel