Om de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit van de Nederlandse rechtspraak verder te versterken, doet minister Dekker (Rechtsbescherming) samen met minister Ollongren (BZK) een aantal voorstellen om o.a. wettelijk te verbieden dat rechters een functie bekleden in de landelijke politiek en om financiële belangenverstrengeling bij rechters te voorkomen. De wijzigingen zijn mede naar aanleiding van aanbevelingen van de Group op States Again Corruption (GRECO) van de Raad van Europa.
Wijzigingen
De Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten krijgen met dit voorstel de onderstaande drie aanpassingen:
- Rechters mogen niet langer lid van de Eerste Kamer, de Tweede Kamer of het Europees Parlement zijn. De Raad van Europa heeft Nederland onder andere aanbevolen te voorzien in een wettelijk verbod van de functie combinatie rechter – lidmaatschap Staten-Generaal. Het ontbreken van zo’n verbod roept volgens de Raad vragen op in het licht van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtspraak. Het wetsvoorstel voorziet in een dergelijk verbod. Op dit moment zijn er overigens geen rechters lid van de Eerste of Tweede Kamer.
- Een (beperkt) verbod voor rechters om bepaalde financiële belangen te hebben, alsmede een meldplicht en plicht tot registratie van financiële belangen. Om de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en de integriteit van de rechterlijke organisatie te waarborgen, moet worden gewaarborgd dat rechters informatie waarover zij als rechter beschikken niet oneigenlijk gebruiken bij het bezitten, verwerven of afstoten van financiële belangen. Ook moet worden voorkomen dat zij hun financiële belangen een rol kunnen laten spelen bij hun werk als rechter.
- De wettelijke opdracht om integriteitsbeleid te hebben voor rechters, rekening houdend met de onafhankelijkheidswaarborgen voor de rechter.
Het wetsvoorstel is in consultatie voor de duur van 8 weken. Via Interncetconsultatie kan iedereen suggesties doen voor verbetering van wet- en regelgeving die in voorbereiding is. Dit vergroot de betrokkenheid van burgers, bedrijven en instellingen bij de totstandkoming van wet- en regelgeving.