Groningen – Een 42-jarige man uit Groningen is vrijdagochtend veroordeeld tot een celstraf van twee jaar voor aanranding en verkrachting.
De rechtbank legt daarmee dezelfde straf op die het OM twee weken geleden eiste tegen de man. Hij ontkent zelf de tenlasteleggingen tegen hem en zijn advocaat vroeg dan ook om vrijspraak, mede omdat er volgens de verdediging te weinig bewijs zou zijn voor een veroordeling. Volgens de rechter komen de verklaringen van de twee slachtoffers overeen met elkaar en met de verklaringen van andere getuigen. De Groninger moet, naast de celstraf, ook duizenden euro’s schadevergoeding betalen aan één van zijn slachtoffers.
Aanranding en ‘grove’ verkrachting
De aanranding en de verkrachting vonden allebei plaats in juni 2019. De aanranding gebeurde in de buurt van een nachtclub in de Stad. De vrouw liep met de Stadjer naar buiten en werd, na meerdere avances van de 42-jarige man, tegen een muur gedrukt. Hij probeerde vervolgens om het hoofd van de vrouw richting zijn kruis (met ontbloot geslachtsdeel) te duwen, terwijl de vrouw aangaf dat ze dit niet wilde.
Twee weken na dit incident gaf de Stadjer een andere vrouw een rondleiding door zijn woning. Tijdens de rondleiding door de woning praatte de man in op de vrouw om een bad te nemen. Na meerdere keren weigeren gaf de vrouw toe. Daarop volgde een ‘verkrachting op grove wijze’, zo stelt de rechtbank. Tijdens het incident werd de vrouw onder andere bedreigd met een mes en een honkbalknuppel. Meldt Oogtvnl
‘PTSS, nachtmerries en groot wantrouwen’
“Door de ontkenning van verdachte blijft het voor de rechtbank en slachtoffer gissen waarom hij tot deze daad is gekomen”, aldus de rechtbank. “Zijn slachtoffer heeft ernstige PTSS-klachten sinds de verkrachting, veel nachtmerries en angstproblematiek en heeft een groot wantrouwen in andere mensen. De rechtbank rekent het verdachte dan ook bijzonder aan dat hij zijn eigen seksuele behoefte voorop heeft gesteld en dat hij zich niet heeft bekommerd om de schade die hij daarmee bij de slachtoffers aanrichtte.”