Samen met haar collega Marije Hameker uit Utrecht nam ze 12 dagen vrij en wilde ze vluchtelingen werk gaan verrichten. De eerste optie was om naar Lesbos te vertrekken, maar omdat het in de Griekse badplaats al behoorlijk gecoördineerd was, hebben ze besloten om ergens anders te gaan helpen. Uiteindelijk zijn ze naar Idomeni vertrokken.
De situatie in het kamp aan de grens van Griekenland met Macedonie, mag wel “heftig” genoemd worden. Veel mensen zitten daar zonder eten en drinken. Zo’n 50 % van de mensen zijn kinderen. Op het kamp hebben ze vrijwilliger Hendrik de Kok uit Tilburg ontmoet en daar hebben zij plannen mee gemaakt. Het tweetal heeft geholpen met het uitdelen van bananen, poncho’s en draagzakken voor baby’s. Vooral het uitdelen van bananen aan kinderen vergeet ze nooit meer. Honderden kinderen die om een banaan “smeken” en vechten.
“Wat er momenteel in het kamp gebeurd, is vreselijk en mensonterend”, ze vind dan ook dat Europa de verantwoordelijk moet nemen en te zorgen voor de mensen. Rudy onze verslaggever is mee.